Leuk om te bekijken, maar we zagen niet zo gauw iets dat we zouden willen kopen.
Andere keer.
Vandaag wordt op dezelfde plek een podium met grote luidsprekers opgebouwd.
Eindelijk weer eens muziek.
Het zal wel te maken hebben met de nationale feestdag op 14 juli.
Die wordt overal met groot vuurwerk afgesloten.
Maar in de kleinere plaatsen één of twee dagen eerder.
De vuurwerkmannen kunnen niet overal tegelijk zijn, natuurlijk.
Misschien hebben wij het vanavond al, maar nog niets over gehoord.
We zien wel.
Wij hebben maar weer een paar foto’s van de vaargeul naar de haven gemaakt, nu vanaf de opstapplaats van de rondvaartboot.
En van het strand bij de huisjes.
Daar zat bijna niemand.
Het loopt tegen springtij met erg hoog- en erg laag water.
Nog beter te zien dan gisteren.
Gebeurt maar iets meer dan één keer in de maand.
In Frankrijk gebruikt men een tabel met voor elk hoogwater een getal tussen 20 tot 120.
Je kunt daarmee zien of het op een dag erg hoog-en laagwater is of juist niet.
Zo’n getal heet coëfficiënt.
Afgesproken is dat bij gemiddeld doodtij de coëfficiënt 45 is, en bij gemiddeld springtij 95.
Over twee dagen is de coëfficiënt 105.
In Nederland kennen we dit systeem niet, daar is waarschijnlijk het tijverschil te klein voor.
Door het lage zeeniveau was het strand extra groot, tijd om eetbare schelpen te zoeken.
Pêche à pied, zegt men hier.
Maar Martha kon vanochtend weer op de fiets naar het dorp.
Scheelt met sjouwen.
Een man met een bootje dacht nog wel varend de haven uit te komen.
Het werd echter lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten