Vanochtend vroeg om negen uur stond de bustaxi klaar, zodat we om halftien al op de beroemde zondagsmarkt van het stadje Chateau d'Oleron konden rondlopen.
Het was gelukkig droog en zonnig, waardoor het wel te doen was om de zooi op de spullenafdeling (non food) van de markt te bekijken.
Een ervaring rijker, maar geen cent armer.
De afdeling etenswaren (food) aan de andere kant trok ons meer aan.
Heel indrukwekkend is de Citadel, een groot vestingwerk dat in de zeventiende eeuw was opgebouwd om het een of ander te verdedigen.
Er hebben in die tijd meer dan zevenduizend mensen aan gewerkt.
Maar niet met plezier.
Helaas werd een gedeelte van de vesting tijdens de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog door bombardementen opgeruimd.
Bij de haven, die niet voor passanten is ingericht, liggen veel boten die gebruikt worden bij de oesterteelt.
De oesterteler kan spullen die hij beroepshalve gebruikt opbergen in zijn kleurig geschilderd schuurtje: une cabane genoemd.
Een aantal ervan word niet meer voor dat doel gebruikt en is nu omgetoverd tot galerietje of winkel.
Nadat we dat allemaal grondig hadden bekeken, restte ons noch een uitgebreide lunch onder het lover van de bomen op het marktplein, dat gelukkig alweer aardig was opgeruimd.
Gezien alle indrukken die wij hadden opgedaan, was een aperatief aan boord bij Hylke en Marijke bijzonder welkom.