En toen zaten wij achter de sluis op zoet water.
La Roche Bernard.
Voor één nacht, want morgen is hier iets te doen, waardoor we vóór negen uur van de ligplaats weg moeten zijn.
Dat geld trouwens voor alle passanten-plaatsen hier.
Gebeurt wel meer.
We gaan daarom proberen een aantal dagen in Folleux, bij de winterstalling een ligplaats te krijgen om de boot winterklaar te maken, voordat hij het water uit gaat..
Maar eerst nog even Piriac.
Daar hebben wij met veel plezier naar een vrolijk muziekgezelschap geluisterd en gekeken.
Het was rond twaalf uur laagwater, en ditmaal erg laag, omdat het morgen super springtij is.
Wij komen niet zo gauw op de Nederlandse naam voor dit verschijnsel, maar hier heet het "grand marée".
De mensen lopen dan overal eetbare schelpdiertjes zoeken, zelfs in de ingang van de haven.
Natuurlijk aan de buitenkant van de sluisdeur die er voor zorgt dat er water in de haven blijft staan.
Vanmiddag zijn we met een goede oostelijke wind naar de monding van La Vilaine gezeild, en daarna op de motor naar de sluis gevaren.
Door het mooie weer en de grote jachthavens achter de sluis, was deze propvol.
De sluismeester heeft er met luide stem zes en twintig boten in weten te krijgen.
Vakwerk.
Na nog wat diesel getankt te hebben, lagen we om half acht vast.
Een zonnige en erg warme dag, maar door de wind was dat goed te doen zonder airco.