De zelfde zon, maar veel meer wind.
Af en toe vier Beaufort volgens het wind-meet-instrument aan boord.
En de temperatuur kwam niet boven de negenentwintig graden.
We zijn daarom maar weer eens de stad in gegaan en konden via de schaduwzijde van de oude straten bij het Bunker-museum komen.
Vlak bij de markthal.
Wij dachten eerst dat dat een grapje was, maar het bestaat echt.
Tijdens de tweede Wereldoorlog hebben de Duitse bezetters bij La Rochelle een betonnen onderkomen gebouwd voor vijftien onderzeeboten.
De onderszeeërs die daar waren gestationeerd werden ingezet op de Noord-Atlantische oceaan, waar ze heel veel schade aan Amerikaanse schepen hebben toegebracht.
De Duitse admiraal en zijn officieren bleken toch wel bang voor hun hachje en hebben midden in de oude stad twee woonhuizen laten slopen en een ondergrondse bunker gebouwd.
Of laten bouwen.
Muren en dak van twee meter dik gewapend beton.
Oppervlakte tweehonderdtachtig vierkante meter.
Vijftig stapelbedden.
Kantoorruimtes, werkruimtes, én een bar.
Daar bovenop een simpel hotel, en niemand kon de mannen vinden.
Wel slim bedacht.
Na de oorlog heeft de Franse Marine nog er nog even gebruik van gemaakt.
Nu kun je de bunker - met heel veel originele spullen en ruimtes met aangeklede poppen - van binnen bekijken.
Zelfs de bar is in gebruik.
Indrukwekkend.
Vanavond is hier het “fête de la musique”.
Dat wil zeggen dat overal in de binnenstad muziek wordt gemaakt.
En dat wij weer de straat op gaan.
Als laatste een beetje Google Maps.
Zie je het verschil tussen de verschillende jachthavens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten