De haven van Ars - net als de andere havens op het eiland Ré - is via het water alleen te bereiken rond hoogwater.
Ongeveer drie uur na hoogwater gaan de sluisdeuren dicht om bij laagwater water in de kom te houden.
Maar na een uur of zes, zeven gaan ze in het algemeen wel weer open als het water stijgt.
Om kwart over zeven voeren we tussen de torens van de oude haven van La Rochelle door.
Nog geen wind, dat kwam later nadat wij de brug naar het eiland hadden gepasseerd.
Daardoor ook nog wat kunnen zeilen, gelukkig.
Het plaatsje Ars ligt aan de zuidwestkust van het eiland, maar je vaart er via de oostkant naartoe via een inham van de zee.
De kerktoren is zwart en wit, een goed herkenningspunt voor de vroegere scheepvaart.
Eigenlijk niet zo geschikt voor een kleurenfoto, maar die had men in die tijd ook niet.
Onderweg kwamen we langs een belangrijk scheepvaartbaken, Les Islattes, dat door mannen in witte pakken op een gammel vlot in de nieuwe verf werd gezet.
Je moet maar durven.
Er bleken tot onze verbazing nog meer dan voldoende lege ligplaatsen te zijn, maar daar zaten we niet mee.
Buren op afstand.
Wij zijn nog even naar het dagelijkse marktje geweest, daarna was het voor ons een beetje te warm om iets te doen.
In Amsterdam zijn hier en daar langs de stoepranden gietijzeren palen te zien.
Amsterdammertjes.
Die zijn hier ook, in een iets andere vorm en heten dan Reetjes.
Wij vinden Amsterdammertjes een netter woord.
Maar de Fransen maakt het niet veel uit.
De groen gekleurde vlakken op het watersportkaartje stellen ook water voor, dat wil zeggen bij hoogwater.
Bij laagwater is het land.
Zand of modder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten